Search:
Keywords:

INDEX

Op zoek naar...

 

Omschrijving

Een Cluedo-achtig spel, waarbij door het combineren van aanwijzingen de enige echte
spelfiguur moet worden gehaald uit een aantal op elkaar
lijkende figuren.

Duur
2 à 3 uur.

 
Eisen accommodatie / terrein

Een rustige, afgesloten lokatie zonder doorgaande wegen. Een bos met een aantal paden is
ideaal.

 
Groepsverdeling en -grootte; Leeftijd

Alle leeftijden, al hebben de jongste (maar soms ook de oudere!) kinderen een duidelijke uitleg
van het spel nodig. Groepen van ca. 7 kinderen. De
oudste groepen lopen los.

 

Regels

Op zich is ‘Op zoek naar...’ geen moeilijk spel, maar de uitleg is nogal ingewikkeld. Daar
gaat-ie: er loopt een aantal spelfiguren rond, die er allemaal
bijna hetzelfde uitzien. Ze verschillen telkens op één punt. Zo hebben ze bijvoorbeeld allemaal
een baard, maar eentje heeft een snor. Door vragen te
stellen aan de spelfiguren, kunnen de kinderen aanwijzingen krijgen. Zo’n aanwijzing luidt dan:
‘De echte spelfiguur heeft een baard’. Hierdoor valt
dus de figuur met de snor af. Door alle aanwijzingen te verzamelen, kan de identiteit van de
echte spelfiguur vastgesteld worden.

Een eenvoudig voorbeeld: in het bos lopen drie figuren rond. Nummer 1 heeft een baard, een
hoed en een knapzak. Nummer 2 heeft een baard, een
hoed en een rugzak. En nummer 3 heeft een snor, een hoed en een knapzak. Er zijn ook drie
verschillende aanwijzingen: A. de echte man heeft een
baard (hierdoor valt nummer 3 af)

B. de echte man heeft een knapzak (hierdoor valt nummer 2 af)

C. de echte man heeft een hoed (hierdoor valt niemand af)

Uit aanwijzing A en B volgt dat nummer 1 de echte man is. Hier is ook te zien dat er altijd een
fake-opdracht is. Dat betekent dus dat het mogelijk is
om met alle aanwijzingen min 1 de oplossing al te vinden.

 

Bij het begin van het spel krijgen de kinderen een kaartje met een vraag, en daarop ook het
goede antwoord. Ze stellen die vraag aan de spelfiguren,
en als het antwoord wat ze krijgen het antwoord is wat op hun kaartje staat, dan heeft die
figuur een goede aanwijzing voor ze. Is het antwoord
anders, dan heeft verder vragen geen zin, want de spelfiguur heeft dan geen goede aanwijzing
voor de kinderen.

Groepen kunnen aan een nieuwe opdracht komen door te ruilen met andere groepen. Omdat dit
niet echt goed bleek te werken, is overgegaan op
een systeem waarbij de spelfiguren een nieuwe vraag uitdelen nadat de groep een goede
aanwijzing heeft gekregen.

Er is ooit geprobeerd het de jongere groepen wat makkelijker te maken door de volgorde
waarin de spelfiguren moeten worden gevonden voor hen
eenvoudiger te maken: dicht bij elkaar in de buurt, zodat ze over het geheel minder hoeven te
lopen.

 

Het spel is dus behoorlijk ingewikkeld. Het is waarschijnlijk wel te vereenvoudigen. De
manieren om aanwijzingen te krijgen kan beter: de vragen
zijn te ingewikkeld, en ook niet erg logisch. Bijvoorbeeld door de kinderen een voorwerpje te
geven, dat past op het voorwerpje van een van de
spelfiguren. Als het inderdaad past, is de figuur zo blij dat hij een aanwijzing geeft. En een
nieuw voorwerpje.

En misschien is het ook handiger om de aanwijzing te geven in de vorm van een tekening of
een foto. Da’s duidelijker voor de jongsten.

Omdat de oudste groepen vaak al snel klaar zijn, is het misschien leuker om het voor hen
moeilijker te maken, door andere aanwijzingen te geven (à
la Cluedo), met logische puzzels.