INDEX

VELDSLAG OM EUROPA
 

Benodigdheden:
- Grote kaart van Europa, territoriumkaartjes, 4 kleuren pionnetjes (20 per kleur)
- Sjoelbak, 10 lege blikken, tafel, tennisballen, dartbord, pijltjes, damspel, ringwerpspel,
kruisboog & pijlen & roos, handboog & pijlen & roos, tafel en 2 stoelen
voor armpje drukken, 2 schragen, 4 blokken en touw (gewicht heffen).
- Kampspel-kaartjes

Spelregels:
Dit spel lijkt op het bekende RISK. De kaart van Europa is verdeeld in gebieden. Elk gebied is
weer verdeeld in landen. de spelers worden verdeeld in vier legers:
het rode, blauwe, groene en gele leger.

Elk leger krijgt willekeurig, net zoals bij RISK d.m.v. het uitdelen van kaartjes, een aantal
landen toegewezen. Het bezit van een land wordt aangegeven d.m.v.
gekleurde pionnetjes. Het doel van elk leger is om zoveel mogelijk landen en gebieden te
veroveren en op die manier zoveel mogelijk punten te verdienen.

Elk leger mag nu om de beurt een ander leger van een aangrenzend land uitdagen met als inzet
het land van de ander (er staat dus maar één leger op een land). Het
veroveren van het land gebeurt d.m.v. het houden van korte kampspelen. De uitdager trekt een
kaartje, waarop staat welk spel gespeeld moet worden. Wanneer de
uitdager wint, dan heeft hij het land van de ander verovert. de uitdager mag dan zijn kleur pion
in het veroverde land plaatsen. Indien de uitdager verliest, gebeurd er
niets.
Wanneer alle legers 1 maal aan de beurt zijn geweest voor het uitdagen van een ander leger,
wordt opgeschreven welke landen het leger op dat moment bezit; één
land is één punt.

Heeft een leger na een beurt een bepaald gebied veroverd, dan krijgt dat leger een aantekening.
Bij het einde van het spel wordt bekend gemaakt hoeveel je krijgt
voor het veroveren (dus niet 'in bezit hebben') van elk gebied. Dit blijft tijdens het spel dus
geheim voor de spelers.

Kampspelletjes:
Bij de kampspelletjes spelen telkens 2 spelers tegen elkaar, 1 van elke partij. Het kunnen
ondermeer zijn:
Sjoelen, blikgooien, darten (elk een pijl), kat en muis (op dambord), armpje drukken,
kruiwagenrace, ringwerpen, kruisboogschieten, handboogschieten,
touwtrekken en gewicht heffen.
 
 
 
 

Fase 2:
De groepen gaan nu om de beurt proberen de koppel-vakken te veroveren, om zo grotere
eilanden te krijgen.
Dit veroveren gaat door middel van uitdagen. Rood mag beginnen, en kan bijv. strijden om
vakje 26; rood daagt blauw uit.

Het uitdagen gaat d.m.v. spelletjes. Je kunt voor elk vakje een ander spelletje nemen, een
spelletje laten 'trekken' uit een stapel kaartjes of de groepen er zelf één
laten kiezen. Veruit het leukste is het, om de kinderen zelf iets te laten verzinnen, en waar de
uitdagers dus goed in zijn.

Als rood wint, krijgt het eiland met de vakjes 8-17-18-23-24-25-26-27-34-35-36-45. Als blauw
wint, gaan al deze vakjes naar hen.

Spelletjes:
* Denken:
- Wie kan de meeste woorden uit één woord halen.
- Wie lost als eerste een puzzel op.
- Wie kent de meeste knopen.
- Wie lost als eerste een rekensom op.
- Wie lost de meeste triviant vragen op.

* Snelheid:
- Estafettes.
- Wie graaft in 1 minuut het grootste gat.
- Wie heeft als eerste een zak chips op.
- Wie kan als eerste fluiten na het eten van een beschuit.
- Wie heeft als eerste 20 handtekeningen.
- Wie heeft als eerste een vuurtje brandend.
- Wie heeft als eerste een tafel gepionierd.
- Wie heeft als eerste een gekookt eitje.

* Kracht:
- Wie kan het langste met gestrekte armen twee volle literflessen vasthouden.
- Wie kan zich het meeste opduwen.
- Wie maakt de meeste zitups.
- Wie kan het verste paalwerpen.
- Wie slaat de honkbal het verste weg.
- Wie bouwt de hoogste menselijke toren.
- Alle kampspelletjes bij 'VELDSLAG OM EUROPA'.